Wat een Roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde / / Henricus Bomelius.

Saved in:
Bibliographic Details
Superior document:Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000
VerfasserIn:
Place / Publishing House:Leiden ;, Boston : : Brill,, 1882.
©1882
Year of Publication:1882
Language:English
Dutch
Series:Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000.
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
Table of Contents:
  • Front Matter
  • Hoofdstuk I. Van den grondslag des Christendoms. Wat de beteekenis is van den doop?
  • Hoofdstuk II. Wat het doopsel beduidt en hoe het niets dan een teeken is.
  • Hoofdstuk III. Wat wij op den doop beloven, en wat verbintenis wij aangaan.
  • Hoofdstuk IV. Wat het Christengeloof is, en wat men gelooven moet om zalig te worden.
  • Hoofdstuk V. Van den zekersten weg om zalig te worden.
  • Hoofdstuk VI.
  • Hoofdstuk VII.
  • Hoofdstuk VIII.
  • Hoofdstuk IX.
  • Hoofdstuk X.
  • Hoofdstuk XI. Er zijn tweeërlei menschen in de wereld.
  • Hoofdstuk XII. Over goede werken. Wanneer zij God welgevallig zijn.
  • Hoofdstuk XIII. Over vierderlei geloof, waarvan in de heilige schrift gesproken wordt, en wat het Christelijk geloof is.
  • Hoofdstuk XIV. Waar het Christendom in gelegen is.
  • Hoofdstuk XV. Dat men niet bedroefd moet wezen om den dood.
  • Hoofdstuk XVI. Van het monnikenleven. Hoe dat in vroegere tijden was.
  • Hoofdstuk XVII. Welk leven beter is, een monnikenleven of het leven eens burgers.
  • Hoofdstuk XVIII. Hoe het komt, dat monniken niet vorderen in een geestelijk leven, maar somtijds achteruit gaan.
  • Hoofdstuk XIX. Van ouders, die hunne kinderen in het klooster willen brengen.
  • Hoofdstuk XX. Van nonnen en geestelijke zusters en van haar leven.
  • Hoofdstuk XXI. Van zusterkloosters en de levenswijze aldaar.
  • Hoofdstuk XXII. Hoe man en vrouw te zamen behooren te leven. Een goede les overeenkomstig het evangelie.
  • Hoofdstuk XXIII. Hoe de ouders hunne kinderen op christelijke wijze moeten regeeren.
  • Hoofdstuk XXIV. Over het leven van gewone burgers.
  • Hoofdstuk XXV. Hoe de rijken behooren te leven. Eene onderrichting en les naar het Evangelie.
  • Hoofdstuk XXVI. Van tweeërlei bestuur, het geestelijke en het wereldlijke.
  • Hoofdstuk XXVII. Van burgemeesters, rechters, schouten en anderen. Eene onderwijzing naar het Evangelie.
  • Hoofdstuk XXVIII. Van schatting en belasting, die de heeren inzetten en hoe men zich daaromtrent gedragen moet. Een onderwijzing ten voorbeelde naar het evangelie.
  • Hoofdstuk XXIX. Van krijgsvolk en oorlog; of men zonder zich te bezondigen, een oorlog mag ondernemen. Een onderrichting naar het Evangelie.
  • Hoofdstuk XXX. Hoe dienstknechten, dienstmaagden en huurlingen moeten leven naar het Evangelie.
  • Hoofdstuk XXXI. Van het leven der weduwen. Een korte onderrichting naar het Evangelie.
  • Voorrede aan den Christelijken lezer.
  • Hoofdstuk I. Geen menschen mogen ons geboden geven, maar alleen raad.
  • Hoofdstuk II. Van drie dingen, die men in de prediking met elkaar verwart, en welk kwaad daaruit voortvloeit.
  • Hoofdstuk III. Van de geboden der menschen.
  • Hoofdstuk IV. Van de vrijheid des Christelijken geloofs.
  • Hoofdstuk V. Of men de geboden der heilige kerk niet houden moet.
  • Hoofdstuk VI. Van de vrijheid des Christendoms.
  • Hoofdstuk VII. Van Mozes’ wet, en in hoeverre wij daartoe verplicht zijn.
  • Hoofdstuk VIII. Niemand moet meenen, dat hij zonder Mozes’ wet niet zalig worden kan.
  • Hoofdstuk IX. Hoe gij Mozes’ wet moet honden, zoodat het u ten goede kan strekken.
  • Hoofdstuk X. Of wij de wet van Mozes nog wel houden mogen.
  • Hoofdstuk XI. Waarom wij nog vele dingen uit de wet van Mozes houden.
  • Hoofdstuk XII. Van de geboden des Evangelies, tot welke wij gehouden zijn.
  • Hoofdstuk I. Over het eerste gebod eu hoe men dat heeft te houden, niet volgens Mozes’ wet, maar volgens het Evangelie.
  • Hoofdstuk II. Van het tweede gebod en wat daaronder begrepen is.
  • Hoofdstuk III. Van het derde gebod; hoe dat moet verstaan worden, en hoe men het zal nakomen.
  • Hoofdstuk IV. Van het vierde gebod; hoe men het zal houden naar het Evangelie.
  • Hoofdstuk V. Van het vijfde gebod; hoe men dat moet houden. niet naar de wet van Mozes, maar naar het Evangelie.
  • Hoofdstuk VI. Van het zesde gebod; hoe men het moet houden naar het Evangelie.
  • Hoofdstuk VII. Van het zevende gebod; en hoe men dat moet houden niet naar Mozes’ wet, maar naar het Evangelie.
  • Hoofdstuk XIII. Van het achtste gebod, en hoe men dat houden moet, niet naar Mozes’ wet, maar naar het Evangelie.
  • Hoofdstuk IX. Van het negende gebod.
  • Hoofdstuk X. Van het tiende gebod.
  • Back Matter.