Wat een Roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde / / Henricus Bomelius.

Saved in:
Bibliographic Details
Superior document:Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000
VerfasserIn:
Place / Publishing House:Leiden ;, Boston : : Brill,, 1882.
©1882
Year of Publication:1882
Language:English
Dutch
Series:Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000.
Tags: Add Tag
No Tags, Be the first to tag this record!
id 993665864404498
ctrlnum (CKB)31798642200041
(nllekb)BRILL9789004607576
(EXLCZ)9931798642200041
collection bib_alma
record_format marc
spelling Bomelius, Henricus, author.
Wat een Roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde / Henricus Bomelius.
Leiden ; Boston : Brill, 1882.
©1882
text txt rdacontent
computer c rdamedia
online resource rdacarrier
Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000
Description based on print version record.
Dutch
Includes bibliographical references and index.
Front Matter -- Hoofdstuk I. Van den grondslag des Christendoms. Wat de beteekenis is van den doop? -- Hoofdstuk II. Wat het doopsel beduidt en hoe het niets dan een teeken is. -- Hoofdstuk III. Wat wij op den doop beloven, en wat verbintenis wij aangaan. -- Hoofdstuk IV. Wat het Christengeloof is, en wat men gelooven moet om zalig te worden. -- Hoofdstuk V. Van den zekersten weg om zalig te worden. -- Hoofdstuk VI. -- Hoofdstuk VII. -- Hoofdstuk VIII. -- Hoofdstuk IX. -- Hoofdstuk X. -- Hoofdstuk XI. Er zijn tweeërlei menschen in de wereld. -- Hoofdstuk XII. Over goede werken. Wanneer zij God welgevallig zijn. -- Hoofdstuk XIII. Over vierderlei geloof, waarvan in de heilige schrift gesproken wordt, en wat het Christelijk geloof is. -- Hoofdstuk XIV. Waar het Christendom in gelegen is. -- Hoofdstuk XV. Dat men niet bedroefd moet wezen om den dood. -- Hoofdstuk XVI. Van het monnikenleven. Hoe dat in vroegere tijden was. -- Hoofdstuk XVII. Welk leven beter is, een monnikenleven of het leven eens burgers. -- Hoofdstuk XVIII. Hoe het komt, dat monniken niet vorderen in een geestelijk leven, maar somtijds achteruit gaan. -- Hoofdstuk XIX. Van ouders, die hunne kinderen in het klooster willen brengen. -- Hoofdstuk XX. Van nonnen en geestelijke zusters en van haar leven. -- Hoofdstuk XXI. Van zusterkloosters en de levenswijze aldaar. -- Hoofdstuk XXII. Hoe man en vrouw te zamen behooren te leven. Een goede les overeenkomstig het evangelie. -- Hoofdstuk XXIII. Hoe de ouders hunne kinderen op christelijke wijze moeten regeeren. -- Hoofdstuk XXIV. Over het leven van gewone burgers. -- Hoofdstuk XXV. Hoe de rijken behooren te leven. Eene onderrichting en les naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXVI. Van tweeërlei bestuur, het geestelijke en het wereldlijke. -- Hoofdstuk XXVII. Van burgemeesters, rechters, schouten en anderen. Eene onderwijzing naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXVIII. Van schatting en belasting, die de heeren inzetten en hoe men zich daaromtrent gedragen moet. Een onderwijzing ten voorbeelde naar het evangelie. -- Hoofdstuk XXIX. Van krijgsvolk en oorlog; of men zonder zich te bezondigen, een oorlog mag ondernemen. Een onderrichting naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXX. Hoe dienstknechten, dienstmaagden en huurlingen moeten leven naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXXI. Van het leven der weduwen. Een korte onderrichting naar het Evangelie. -- Voorrede aan den Christelijken lezer. -- Hoofdstuk I. Geen menschen mogen ons geboden geven, maar alleen raad. -- Hoofdstuk II. Van drie dingen, die men in de prediking met elkaar verwart, en welk kwaad daaruit voortvloeit. -- Hoofdstuk III. Van de geboden der menschen. -- Hoofdstuk IV. Van de vrijheid des Christelijken geloofs. -- Hoofdstuk V. Of men de geboden der heilige kerk niet houden moet. -- Hoofdstuk VI. Van de vrijheid des Christendoms. -- Hoofdstuk VII. Van Mozes’ wet, en in hoeverre wij daartoe verplicht zijn. -- Hoofdstuk VIII. Niemand moet meenen, dat hij zonder Mozes’ wet niet zalig worden kan. -- Hoofdstuk IX. Hoe gij Mozes’ wet moet honden, zoodat het u ten goede kan strekken. -- Hoofdstuk X. Of wij de wet van Mozes nog wel houden mogen. -- Hoofdstuk XI. Waarom wij nog vele dingen uit de wet van Mozes houden. -- Hoofdstuk XII. Van de geboden des Evangelies, tot welke wij gehouden zijn. -- Hoofdstuk I. Over het eerste gebod eu hoe men dat heeft te houden, niet volgens Mozes’ wet, maar volgens het Evangelie. -- Hoofdstuk II. Van het tweede gebod en wat daaronder begrepen is. -- Hoofdstuk III. Van het derde gebod; hoe dat moet verstaan worden, en hoe men het zal nakomen. -- Hoofdstuk IV. Van het vierde gebod; hoe men het zal houden naar het Evangelie. -- Hoofdstuk V. Van het vijfde gebod; hoe men dat moet houden. niet naar de wet van Mozes, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk VI. Van het zesde gebod; hoe men het moet houden naar het Evangelie. -- Hoofdstuk VII. Van het zevende gebod; en hoe men dat moet houden niet naar Mozes’ wet, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XIII. Van het achtste gebod, en hoe men dat houden moet, niet naar Mozes’ wet, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk IX. Van het negende gebod. -- Hoofdstuk X. Van het tiende gebod. -- Back Matter.
Reformation.
Theology History 16th century.
9789004578166
Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000.
language English
Dutch
format eBook
author Bomelius, Henricus,
spellingShingle Bomelius, Henricus,
Wat een Roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde /
Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000
Front Matter -- Hoofdstuk I. Van den grondslag des Christendoms. Wat de beteekenis is van den doop? -- Hoofdstuk II. Wat het doopsel beduidt en hoe het niets dan een teeken is. -- Hoofdstuk III. Wat wij op den doop beloven, en wat verbintenis wij aangaan. -- Hoofdstuk IV. Wat het Christengeloof is, en wat men gelooven moet om zalig te worden. -- Hoofdstuk V. Van den zekersten weg om zalig te worden. -- Hoofdstuk VI. -- Hoofdstuk VII. -- Hoofdstuk VIII. -- Hoofdstuk IX. -- Hoofdstuk X. -- Hoofdstuk XI. Er zijn tweeërlei menschen in de wereld. -- Hoofdstuk XII. Over goede werken. Wanneer zij God welgevallig zijn. -- Hoofdstuk XIII. Over vierderlei geloof, waarvan in de heilige schrift gesproken wordt, en wat het Christelijk geloof is. -- Hoofdstuk XIV. Waar het Christendom in gelegen is. -- Hoofdstuk XV. Dat men niet bedroefd moet wezen om den dood. -- Hoofdstuk XVI. Van het monnikenleven. Hoe dat in vroegere tijden was. -- Hoofdstuk XVII. Welk leven beter is, een monnikenleven of het leven eens burgers. -- Hoofdstuk XVIII. Hoe het komt, dat monniken niet vorderen in een geestelijk leven, maar somtijds achteruit gaan. -- Hoofdstuk XIX. Van ouders, die hunne kinderen in het klooster willen brengen. -- Hoofdstuk XX. Van nonnen en geestelijke zusters en van haar leven. -- Hoofdstuk XXI. Van zusterkloosters en de levenswijze aldaar. -- Hoofdstuk XXII. Hoe man en vrouw te zamen behooren te leven. Een goede les overeenkomstig het evangelie. -- Hoofdstuk XXIII. Hoe de ouders hunne kinderen op christelijke wijze moeten regeeren. -- Hoofdstuk XXIV. Over het leven van gewone burgers. -- Hoofdstuk XXV. Hoe de rijken behooren te leven. Eene onderrichting en les naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXVI. Van tweeërlei bestuur, het geestelijke en het wereldlijke. -- Hoofdstuk XXVII. Van burgemeesters, rechters, schouten en anderen. Eene onderwijzing naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXVIII. Van schatting en belasting, die de heeren inzetten en hoe men zich daaromtrent gedragen moet. Een onderwijzing ten voorbeelde naar het evangelie. -- Hoofdstuk XXIX. Van krijgsvolk en oorlog; of men zonder zich te bezondigen, een oorlog mag ondernemen. Een onderrichting naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXX. Hoe dienstknechten, dienstmaagden en huurlingen moeten leven naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXXI. Van het leven der weduwen. Een korte onderrichting naar het Evangelie. -- Voorrede aan den Christelijken lezer. -- Hoofdstuk I. Geen menschen mogen ons geboden geven, maar alleen raad. -- Hoofdstuk II. Van drie dingen, die men in de prediking met elkaar verwart, en welk kwaad daaruit voortvloeit. -- Hoofdstuk III. Van de geboden der menschen. -- Hoofdstuk IV. Van de vrijheid des Christelijken geloofs. -- Hoofdstuk V. Of men de geboden der heilige kerk niet houden moet. -- Hoofdstuk VI. Van de vrijheid des Christendoms. -- Hoofdstuk VII. Van Mozes’ wet, en in hoeverre wij daartoe verplicht zijn. -- Hoofdstuk VIII. Niemand moet meenen, dat hij zonder Mozes’ wet niet zalig worden kan. -- Hoofdstuk IX. Hoe gij Mozes’ wet moet honden, zoodat het u ten goede kan strekken. -- Hoofdstuk X. Of wij de wet van Mozes nog wel houden mogen. -- Hoofdstuk XI. Waarom wij nog vele dingen uit de wet van Mozes houden. -- Hoofdstuk XII. Van de geboden des Evangelies, tot welke wij gehouden zijn. -- Hoofdstuk I. Over het eerste gebod eu hoe men dat heeft te houden, niet volgens Mozes’ wet, maar volgens het Evangelie. -- Hoofdstuk II. Van het tweede gebod en wat daaronder begrepen is. -- Hoofdstuk III. Van het derde gebod; hoe dat moet verstaan worden, en hoe men het zal nakomen. -- Hoofdstuk IV. Van het vierde gebod; hoe men het zal houden naar het Evangelie. -- Hoofdstuk V. Van het vijfde gebod; hoe men dat moet houden. niet naar de wet van Mozes, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk VI. Van het zesde gebod; hoe men het moet houden naar het Evangelie. -- Hoofdstuk VII. Van het zevende gebod; en hoe men dat moet houden niet naar Mozes’ wet, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XIII. Van het achtste gebod, en hoe men dat houden moet, niet naar Mozes’ wet, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk IX. Van het negende gebod. -- Hoofdstuk X. Van het tiende gebod. -- Back Matter.
author_facet Bomelius, Henricus,
author_variant h b hb
author_role VerfasserIn
author_sort Bomelius, Henricus,
title Wat een Roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde /
title_full Wat een Roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde / Henricus Bomelius.
title_fullStr Wat een Roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde / Henricus Bomelius.
title_full_unstemmed Wat een Roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde / Henricus Bomelius.
title_auth Wat een Roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde /
title_alt Front Matter -- Hoofdstuk I. Van den grondslag des Christendoms. Wat de beteekenis is van den doop? -- Hoofdstuk II. Wat het doopsel beduidt en hoe het niets dan een teeken is. -- Hoofdstuk III. Wat wij op den doop beloven, en wat verbintenis wij aangaan. -- Hoofdstuk IV. Wat het Christengeloof is, en wat men gelooven moet om zalig te worden. -- Hoofdstuk V. Van den zekersten weg om zalig te worden. -- Hoofdstuk VI. -- Hoofdstuk VII. -- Hoofdstuk VIII. -- Hoofdstuk IX. -- Hoofdstuk X. -- Hoofdstuk XI. Er zijn tweeërlei menschen in de wereld. -- Hoofdstuk XII. Over goede werken. Wanneer zij God welgevallig zijn. -- Hoofdstuk XIII. Over vierderlei geloof, waarvan in de heilige schrift gesproken wordt, en wat het Christelijk geloof is. -- Hoofdstuk XIV. Waar het Christendom in gelegen is. -- Hoofdstuk XV. Dat men niet bedroefd moet wezen om den dood. -- Hoofdstuk XVI. Van het monnikenleven. Hoe dat in vroegere tijden was. -- Hoofdstuk XVII. Welk leven beter is, een monnikenleven of het leven eens burgers. -- Hoofdstuk XVIII. Hoe het komt, dat monniken niet vorderen in een geestelijk leven, maar somtijds achteruit gaan. -- Hoofdstuk XIX. Van ouders, die hunne kinderen in het klooster willen brengen. -- Hoofdstuk XX. Van nonnen en geestelijke zusters en van haar leven. -- Hoofdstuk XXI. Van zusterkloosters en de levenswijze aldaar. -- Hoofdstuk XXII. Hoe man en vrouw te zamen behooren te leven. Een goede les overeenkomstig het evangelie. -- Hoofdstuk XXIII. Hoe de ouders hunne kinderen op christelijke wijze moeten regeeren. -- Hoofdstuk XXIV. Over het leven van gewone burgers. -- Hoofdstuk XXV. Hoe de rijken behooren te leven. Eene onderrichting en les naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXVI. Van tweeërlei bestuur, het geestelijke en het wereldlijke. -- Hoofdstuk XXVII. Van burgemeesters, rechters, schouten en anderen. Eene onderwijzing naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXVIII. Van schatting en belasting, die de heeren inzetten en hoe men zich daaromtrent gedragen moet. Een onderwijzing ten voorbeelde naar het evangelie. -- Hoofdstuk XXIX. Van krijgsvolk en oorlog; of men zonder zich te bezondigen, een oorlog mag ondernemen. Een onderrichting naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXX. Hoe dienstknechten, dienstmaagden en huurlingen moeten leven naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXXI. Van het leven der weduwen. Een korte onderrichting naar het Evangelie. -- Voorrede aan den Christelijken lezer. -- Hoofdstuk I. Geen menschen mogen ons geboden geven, maar alleen raad. -- Hoofdstuk II. Van drie dingen, die men in de prediking met elkaar verwart, en welk kwaad daaruit voortvloeit. -- Hoofdstuk III. Van de geboden der menschen. -- Hoofdstuk IV. Van de vrijheid des Christelijken geloofs. -- Hoofdstuk V. Of men de geboden der heilige kerk niet houden moet. -- Hoofdstuk VI. Van de vrijheid des Christendoms. -- Hoofdstuk VII. Van Mozes’ wet, en in hoeverre wij daartoe verplicht zijn. -- Hoofdstuk VIII. Niemand moet meenen, dat hij zonder Mozes’ wet niet zalig worden kan. -- Hoofdstuk IX. Hoe gij Mozes’ wet moet honden, zoodat het u ten goede kan strekken. -- Hoofdstuk X. Of wij de wet van Mozes nog wel houden mogen. -- Hoofdstuk XI. Waarom wij nog vele dingen uit de wet van Mozes houden. -- Hoofdstuk XII. Van de geboden des Evangelies, tot welke wij gehouden zijn. -- Hoofdstuk I. Over het eerste gebod eu hoe men dat heeft te houden, niet volgens Mozes’ wet, maar volgens het Evangelie. -- Hoofdstuk II. Van het tweede gebod en wat daaronder begrepen is. -- Hoofdstuk III. Van het derde gebod; hoe dat moet verstaan worden, en hoe men het zal nakomen. -- Hoofdstuk IV. Van het vierde gebod; hoe men het zal houden naar het Evangelie. -- Hoofdstuk V. Van het vijfde gebod; hoe men dat moet houden. niet naar de wet van Mozes, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk VI. Van het zesde gebod; hoe men het moet houden naar het Evangelie. -- Hoofdstuk VII. Van het zevende gebod; en hoe men dat moet houden niet naar Mozes’ wet, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XIII. Van het achtste gebod, en hoe men dat houden moet, niet naar Mozes’ wet, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk IX. Van het negende gebod. -- Hoofdstuk X. Van het tiende gebod. -- Back Matter.
title_new Wat een Roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde /
title_sort wat een roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde /
series Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000
series2 Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000
publisher Brill,
publishDate 1882
contents Front Matter -- Hoofdstuk I. Van den grondslag des Christendoms. Wat de beteekenis is van den doop? -- Hoofdstuk II. Wat het doopsel beduidt en hoe het niets dan een teeken is. -- Hoofdstuk III. Wat wij op den doop beloven, en wat verbintenis wij aangaan. -- Hoofdstuk IV. Wat het Christengeloof is, en wat men gelooven moet om zalig te worden. -- Hoofdstuk V. Van den zekersten weg om zalig te worden. -- Hoofdstuk VI. -- Hoofdstuk VII. -- Hoofdstuk VIII. -- Hoofdstuk IX. -- Hoofdstuk X. -- Hoofdstuk XI. Er zijn tweeërlei menschen in de wereld. -- Hoofdstuk XII. Over goede werken. Wanneer zij God welgevallig zijn. -- Hoofdstuk XIII. Over vierderlei geloof, waarvan in de heilige schrift gesproken wordt, en wat het Christelijk geloof is. -- Hoofdstuk XIV. Waar het Christendom in gelegen is. -- Hoofdstuk XV. Dat men niet bedroefd moet wezen om den dood. -- Hoofdstuk XVI. Van het monnikenleven. Hoe dat in vroegere tijden was. -- Hoofdstuk XVII. Welk leven beter is, een monnikenleven of het leven eens burgers. -- Hoofdstuk XVIII. Hoe het komt, dat monniken niet vorderen in een geestelijk leven, maar somtijds achteruit gaan. -- Hoofdstuk XIX. Van ouders, die hunne kinderen in het klooster willen brengen. -- Hoofdstuk XX. Van nonnen en geestelijke zusters en van haar leven. -- Hoofdstuk XXI. Van zusterkloosters en de levenswijze aldaar. -- Hoofdstuk XXII. Hoe man en vrouw te zamen behooren te leven. Een goede les overeenkomstig het evangelie. -- Hoofdstuk XXIII. Hoe de ouders hunne kinderen op christelijke wijze moeten regeeren. -- Hoofdstuk XXIV. Over het leven van gewone burgers. -- Hoofdstuk XXV. Hoe de rijken behooren te leven. Eene onderrichting en les naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXVI. Van tweeërlei bestuur, het geestelijke en het wereldlijke. -- Hoofdstuk XXVII. Van burgemeesters, rechters, schouten en anderen. Eene onderwijzing naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXVIII. Van schatting en belasting, die de heeren inzetten en hoe men zich daaromtrent gedragen moet. Een onderwijzing ten voorbeelde naar het evangelie. -- Hoofdstuk XXIX. Van krijgsvolk en oorlog; of men zonder zich te bezondigen, een oorlog mag ondernemen. Een onderrichting naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXX. Hoe dienstknechten, dienstmaagden en huurlingen moeten leven naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXXI. Van het leven der weduwen. Een korte onderrichting naar het Evangelie. -- Voorrede aan den Christelijken lezer. -- Hoofdstuk I. Geen menschen mogen ons geboden geven, maar alleen raad. -- Hoofdstuk II. Van drie dingen, die men in de prediking met elkaar verwart, en welk kwaad daaruit voortvloeit. -- Hoofdstuk III. Van de geboden der menschen. -- Hoofdstuk IV. Van de vrijheid des Christelijken geloofs. -- Hoofdstuk V. Of men de geboden der heilige kerk niet houden moet. -- Hoofdstuk VI. Van de vrijheid des Christendoms. -- Hoofdstuk VII. Van Mozes’ wet, en in hoeverre wij daartoe verplicht zijn. -- Hoofdstuk VIII. Niemand moet meenen, dat hij zonder Mozes’ wet niet zalig worden kan. -- Hoofdstuk IX. Hoe gij Mozes’ wet moet honden, zoodat het u ten goede kan strekken. -- Hoofdstuk X. Of wij de wet van Mozes nog wel houden mogen. -- Hoofdstuk XI. Waarom wij nog vele dingen uit de wet van Mozes houden. -- Hoofdstuk XII. Van de geboden des Evangelies, tot welke wij gehouden zijn. -- Hoofdstuk I. Over het eerste gebod eu hoe men dat heeft te houden, niet volgens Mozes’ wet, maar volgens het Evangelie. -- Hoofdstuk II. Van het tweede gebod en wat daaronder begrepen is. -- Hoofdstuk III. Van het derde gebod; hoe dat moet verstaan worden, en hoe men het zal nakomen. -- Hoofdstuk IV. Van het vierde gebod; hoe men het zal houden naar het Evangelie. -- Hoofdstuk V. Van het vijfde gebod; hoe men dat moet houden. niet naar de wet van Mozes, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk VI. Van het zesde gebod; hoe men het moet houden naar het Evangelie. -- Hoofdstuk VII. Van het zevende gebod; en hoe men dat moet houden niet naar Mozes’ wet, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XIII. Van het achtste gebod, en hoe men dat houden moet, niet naar Mozes’ wet, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk IX. Van het negende gebod. -- Hoofdstuk X. Van het tiende gebod. -- Back Matter.
isbn 9789004607576
9789004578166
callnumber-first B - Philosophy, Psychology, Religion
callnumber-subject BR - Christianity
callnumber-label BR305
callnumber-sort BR 3305
era_facet 16th century.
illustrated Not Illustrated
dewey-hundreds 200 - Religion
dewey-tens 230 - Christianity & Christian theology
dewey-ones 230 - Christianity & Christian theology
dewey-full 230
dewey-sort 3230
dewey-raw 230
dewey-search 230
work_keys_str_mv AT bomeliushenricus wateenroomschgeestelijkein1523aandechristenmenschenleerde
status_str n
ids_txt_mv (CKB)31798642200041
(nllekb)BRILL9789004607576
(EXLCZ)9931798642200041
hierarchy_parent_title Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000
is_hierarchy_title Wat een Roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde /
container_title Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000
_version_ 1803511308958564352
fullrecord <?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?><collection xmlns="http://www.loc.gov/MARC21/slim"><record><leader>05686nam a22004098i 4500</leader><controlfield tag="001">993665864404498</controlfield><controlfield tag="005">20240522145055.0</controlfield><controlfield tag="006">m d </controlfield><controlfield tag="007">cr |||||||||||</controlfield><controlfield tag="008">240522s1882 gw ob 001 0 eng d</controlfield><datafield tag="020" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">9789004607576</subfield></datafield><datafield tag="024" ind1="7" ind2=" "><subfield code="a">10.1163/9789004607576</subfield><subfield code="2">DOI</subfield></datafield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(CKB)31798642200041</subfield></datafield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(nllekb)BRILL9789004607576</subfield></datafield><datafield tag="035" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">(EXLCZ)9931798642200041</subfield></datafield><datafield tag="040" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">NL-LeKB</subfield><subfield code="c">NL-LeKB</subfield><subfield code="e">rda</subfield></datafield><datafield tag="041" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">dut</subfield></datafield><datafield tag="050" ind1=" " ind2="4"><subfield code="a">BR305</subfield></datafield><datafield tag="072" ind1=" " ind2="7"><subfield code="a">HR</subfield><subfield code="2">bicssc</subfield></datafield><datafield tag="072" ind1=" " ind2="7"><subfield code="a">REL</subfield><subfield code="x">000000</subfield><subfield code="2">bisacsh</subfield></datafield><datafield tag="082" ind1="0" ind2="4"><subfield code="a">230</subfield><subfield code="2">23</subfield></datafield><datafield tag="100" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">Bomelius, Henricus,</subfield><subfield code="e">author.</subfield></datafield><datafield tag="245" ind1="1" ind2="0"><subfield code="a">Wat een Roomsch geestelijke in 1523 aan de christen-menschen leerde /</subfield><subfield code="c">Henricus Bomelius.</subfield></datafield><datafield tag="264" ind1=" " ind2="1"><subfield code="a">Leiden ;</subfield><subfield code="a">Boston :</subfield><subfield code="b">Brill,</subfield><subfield code="c">1882.</subfield></datafield><datafield tag="264" ind1=" " ind2="4"><subfield code="c">©1882</subfield></datafield><datafield tag="336" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">text</subfield><subfield code="b">txt</subfield><subfield code="2">rdacontent</subfield></datafield><datafield tag="337" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">computer</subfield><subfield code="b">c</subfield><subfield code="2">rdamedia</subfield></datafield><datafield tag="338" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">online resource</subfield><subfield code="2">rdacarrier</subfield></datafield><datafield tag="490" ind1="1" ind2=" "><subfield code="a">Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000</subfield></datafield><datafield tag="588" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">Description based on print version record.</subfield></datafield><datafield tag="546" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">Dutch</subfield></datafield><datafield tag="504" ind1=" " ind2=" "><subfield code="a">Includes bibliographical references and index.</subfield></datafield><datafield tag="505" ind1="0" ind2=" "><subfield code="t">Front Matter -- Hoofdstuk I. Van den grondslag des Christendoms. Wat de beteekenis is van den doop? -- Hoofdstuk II. Wat het doopsel beduidt en hoe het niets dan een teeken is. -- Hoofdstuk III. Wat wij op den doop beloven, en wat verbintenis wij aangaan. -- Hoofdstuk IV. Wat het Christengeloof is, en wat men gelooven moet om zalig te worden. -- Hoofdstuk V. Van den zekersten weg om zalig te worden. -- Hoofdstuk VI. -- Hoofdstuk VII. -- Hoofdstuk VIII. -- Hoofdstuk IX. -- Hoofdstuk X. -- Hoofdstuk XI. Er zijn tweeërlei menschen in de wereld. -- Hoofdstuk XII. Over goede werken. Wanneer zij God welgevallig zijn. -- Hoofdstuk XIII. Over vierderlei geloof, waarvan in de heilige schrift gesproken wordt, en wat het Christelijk geloof is. -- Hoofdstuk XIV. Waar het Christendom in gelegen is. -- Hoofdstuk XV. Dat men niet bedroefd moet wezen om den dood. -- Hoofdstuk XVI. Van het monnikenleven. Hoe dat in vroegere tijden was. -- Hoofdstuk XVII. Welk leven beter is, een monnikenleven of het leven eens burgers. -- Hoofdstuk XVIII. Hoe het komt, dat monniken niet vorderen in een geestelijk leven, maar somtijds achteruit gaan. -- Hoofdstuk XIX. Van ouders, die hunne kinderen in het klooster willen brengen. -- Hoofdstuk XX. Van nonnen en geestelijke zusters en van haar leven. -- Hoofdstuk XXI. Van zusterkloosters en de levenswijze aldaar. -- Hoofdstuk XXII. Hoe man en vrouw te zamen behooren te leven. Een goede les overeenkomstig het evangelie. -- Hoofdstuk XXIII. Hoe de ouders hunne kinderen op christelijke wijze moeten regeeren. -- Hoofdstuk XXIV. Over het leven van gewone burgers. -- Hoofdstuk XXV. Hoe de rijken behooren te leven. Eene onderrichting en les naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXVI. Van tweeërlei bestuur, het geestelijke en het wereldlijke. -- Hoofdstuk XXVII. Van burgemeesters, rechters, schouten en anderen. Eene onderwijzing naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXVIII. Van schatting en belasting, die de heeren inzetten en hoe men zich daaromtrent gedragen moet. Een onderwijzing ten voorbeelde naar het evangelie. -- Hoofdstuk XXIX. Van krijgsvolk en oorlog; of men zonder zich te bezondigen, een oorlog mag ondernemen. Een onderrichting naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXX. Hoe dienstknechten, dienstmaagden en huurlingen moeten leven naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XXXI. Van het leven der weduwen. Een korte onderrichting naar het Evangelie. -- Voorrede aan den Christelijken lezer. -- Hoofdstuk I. Geen menschen mogen ons geboden geven, maar alleen raad. -- Hoofdstuk II. Van drie dingen, die men in de prediking met elkaar verwart, en welk kwaad daaruit voortvloeit. -- Hoofdstuk III. Van de geboden der menschen. -- Hoofdstuk IV. Van de vrijheid des Christelijken geloofs. -- Hoofdstuk V. Of men de geboden der heilige kerk niet houden moet. -- Hoofdstuk VI. Van de vrijheid des Christendoms. -- Hoofdstuk VII. Van Mozes’ wet, en in hoeverre wij daartoe verplicht zijn. -- Hoofdstuk VIII. Niemand moet meenen, dat hij zonder Mozes’ wet niet zalig worden kan. -- Hoofdstuk IX. Hoe gij Mozes’ wet moet honden, zoodat het u ten goede kan strekken. -- Hoofdstuk X. Of wij de wet van Mozes nog wel houden mogen. -- Hoofdstuk XI. Waarom wij nog vele dingen uit de wet van Mozes houden. -- Hoofdstuk XII. Van de geboden des Evangelies, tot welke wij gehouden zijn. -- Hoofdstuk I. Over het eerste gebod eu hoe men dat heeft te houden, niet volgens Mozes’ wet, maar volgens het Evangelie. -- Hoofdstuk II. Van het tweede gebod en wat daaronder begrepen is. -- Hoofdstuk III. Van het derde gebod; hoe dat moet verstaan worden, en hoe men het zal nakomen. -- Hoofdstuk IV. Van het vierde gebod; hoe men het zal houden naar het Evangelie. -- Hoofdstuk V. Van het vijfde gebod; hoe men dat moet houden. niet naar de wet van Mozes, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk VI. Van het zesde gebod; hoe men het moet houden naar het Evangelie. -- Hoofdstuk VII. Van het zevende gebod; en hoe men dat moet houden niet naar Mozes’ wet, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk XIII. Van het achtste gebod, en hoe men dat houden moet, niet naar Mozes’ wet, maar naar het Evangelie. -- Hoofdstuk IX. Van het negende gebod. -- Hoofdstuk X. Van het tiende gebod. -- Back Matter.</subfield></datafield><datafield tag="650" ind1=" " ind2="0"><subfield code="a">Reformation.</subfield></datafield><datafield tag="650" ind1=" " ind2="0"><subfield code="a">Theology</subfield><subfield code="x">History</subfield><subfield code="y">16th century.</subfield></datafield><datafield tag="776" ind1="0" ind2="8"><subfield code="z">9789004578166</subfield></datafield><datafield tag="830" ind1=" " ind2="0"><subfield code="a">Religious Studies, Theology and Philosophy - Book Archive pre-2000.</subfield></datafield><datafield tag="ADM" ind1=" " ind2=" "><subfield code="b">2024-07-03 00:36:35 Europe/Vienna</subfield><subfield code="f">system</subfield><subfield code="c">marc21</subfield><subfield code="a">2024-05-02 12:53:52 Europe/Vienna</subfield><subfield code="g">false</subfield></datafield><datafield tag="AVE" ind1=" " ind2=" "><subfield code="i">Brill</subfield><subfield code="P">EBA Brill All</subfield><subfield code="x">https://eu02.alma.exlibrisgroup.com/view/uresolver/43ACC_OEAW/openurl?u.ignore_date_coverage=true&amp;portfolio_pid=5355279130004498&amp;Force_direct=true</subfield><subfield code="Z">5355279130004498</subfield><subfield code="b">Available</subfield><subfield code="8">5355279130004498</subfield></datafield></record></collection>